Reisverslag Afrika 2010

 

vrijdag 23 juli 2010; dag 15; Kilimanjaro dag 5; Barafu Camp – Uhuru PeakBarafu Camp – Mweka Camp




Op weg naar de top, een stop

Net na de start in Barafu Camp. De lampjes

van de voorgangers zijn nog net zichtbaar!

Zoals je in het verslag van gisteren hebt kunnen lezen, ben ik op pad gegaan om 23.45. In het donker zoeken we met behulp van onze hoofdlampen de weg naar boven. We zijn niet de enigen. Als je omhoog kijkt, zie je hoger op de berg al groepjes lichtjes omhoog gaan. Met mijn vele lagen kleding aan heb ik het helemaal niet koud. Na een kwartiertje moeten we wat klauteren over grote rotsblokken. Dat zijn momenten waarop ik heel snel buiten adem raak. Gewoon voortsjokken in hetzelfde, langzame tempo gaat goed. Doe je iets extra’s (iemand passeren, over een grote steen stappen, drinken, je neus snuiten) dan raak je heel snel buiten adem. Na een tijdje wordt de ondergrond van losser materiaal. Dat loopt minder prettig. Je glijdt af en toe een stukje terug.

We lopen bijna in een file. Iedereen gaat in hetzelfde, langzame tempo (pole, pole). Maar dan soms net langzaam. Dan moet je er voorbij. Maar dat schiet vaak ook niet op, want heel snel stuit je dan weer op de volgende groep. Ook zien we al iemand die tussen twee dragers als een lappenpop, met zijn benen bungelend op de grond, naar beneden gesjouwd wordt.

We gaan langs een richel omhoog. Vooral als je dichter bij de rand komt, is de koude, snijdende wind te voelen. De maan beschijnt de top van de Kilimanjaro boven ons met een zilverachtig schijnsel. De sterren zijn ook goed te zien.

Af en toe stoppen we. Mieke heeft het moeilijk. Ze stopt twee keer heel vlot achter elkaar. We wachten even, maar ze knapt niet echt op. Als je stil staat begin je meteen af te koelen. We wachten nog even, maar dan gaan Geert, Jan en ik verder. We hebben geen overleg hierover. Thuis hebben we al afgesproken, dat op de berg “ieder voor zich” zou gaan. Gids Godfrey en drager Sebastian blijven bij Mieke achter en “de mannen” gaan verder met drager Victor.

Geert op weg naar de top

Jan op weg naar de top

Jaap op weg naar de top

We zien ook al mensen terug gaan, voor wie het te zwaar wordt. Als je een tijdje achter elkaar kan doorlopen, kom je bijna in een soort trance. Het licht van je hoofdlamp verlicht een stukje pad en de schoenen van je voorganger. Geen idee van de omgeving waardoor je loopt. Je kan ook niet inschatten hoeveel je stijgt, hoever het nog is. Sommige groepen kom je steeds weer tegen (en zij jou). Zo ook een meisje in een geel thermopak. Ze hijgt en puft als was het een bevalling.

Godfrey is bij ons terug en vertelt dat Mieke is omgekeerd en teruggaat naar Barafu Camp. Wat jammer!

De maan gaat onder en het wordt donkerder. Ik loop vaak voorop (als langzaamste) en sluit vaak aan bij andere groepen. Voetje voor voetje, stapje voor stapje ga ik verder omhoog. Ik ben heel blij met mijn Isostar in het drinkwater. Eten van energierepen of koekjes kost teveel inspanning. Het is toch wel aardig koud, want de waterfles begint langzaam te bevriezen. De Isostar vormt lange kristallen.

Jan en Geert op Stella Point aan de warme thee

Gids Godfrey en drager Victor

Ik op Stella Point

 

Na 5,5 uur bereiken we de kraterrand bij Stella Point. Daar rusten we, eten wat en krijgen hete thee van de gids en drager. Dan gaan we weer verder. Ik heb nu het gevoel dat ik het echt ga halen! Nu is het pad ook niet echt steil meer (minder dan 20%). Het is nog een uur lopen naar het beroemde bord.

De zon komt op

Ondertussen komt de zon op en maakt van de hemel een vurig schouwspel. Af en toe een foto maken is een mooie gelegenheid om even te stoppen, twee paar handschoenen uittrekken, foto maken en weer inpakken. Trouwens: ook de buitenhandschoenen zijn bevroren, want als ik ze uittrek blijven ze precies in de vorm van mijn hand staan. Alle apparatuur blijft het doen ondanks de kou. We schatten de temperatuur rond de –10 °C. Langzaam maar zeker naderen we ons einddoel: de top. We moeten nog door een paar ijsveldjes, waarvan de sneeuw zo gesmolten is dat er scherpe punten overblijven. In de verte zien we de gletsjers.

Jan en Geert zijn inmiddels wat vooruit gegaan. Maar als ik vlak bij de top ben, wacht Jan op mij en vallen we elkaar in de armen. De tranen vloeien van emotie: na een lange voorbereiding hebben deze twee oude mannen het toch maar gehaald!

Dan nog de laatste honderd meter lopen en dan bereiken we Geert die net voor ons gearriveerd is. Ook bij hem stromen de tranen over de wangen.

WE HEBBEN HET GEHAALD!

Met z’n drieën op de top: Geert, Jaap en Jan (vlnr)

 

Ik op Uhuru Peak, de top van Mt. Kilimanjaro

We genieten van het uitzicht en maken foto’s bij het bekende bord. Ook Godfrey en Victor zijn blij dat we het gehaald hebben. Na een kwartiertje spoort Godfrey ons weer aan om terug te gaan. En dat gaan we ook doen.

IJsveld en gletsjer op Mt. Kilimanjaro,

gezien vanaf Uhuru Peak, terugkijkend

Op de terugweg laat ik vlak na de top nog twee foto’s achter:

Vlak voor Stella Point komen we het meisje met het gele pak tegen: rugzak en stokken worden door iemand anders gedragen en zij wordt ondersteund door twee anderen. Haar ademhaling giert er over.

Als we bij Stella Point komen begint de zon al flink te branden. We stoppen hier even. Er zit iemand in slaaphouding tegen een rots geleund. We stoppen vlakbij hem, maar hij reageert niet. Jan begint tegen hem te praten. Hij lijkt enigszins wakker te worden. Ook Godfrey bemoeit zich er mee. Hij vertelt dat hij van de Kibo Hut (een andere route) hier is gekomen, dat de rest van de groep door is naar de top. Hij lijkt moeilijk aanspreekbaar en blijft zitten. Godfrey zegt dat dat een slechte zaak is en beweegt hem uiteindelijk om terug te gaan lopen.

Ook wij gaan weer verder. We dalen verder af. We nemen nu een route iets naast de klimroute. We “skiën” door losse steentjes, zand en grind. Dat lijkt in het begin lekker makkelijk, maar toch ook zeer vermoeiend. De zon schijnt volop en daarvoor zijn we veel te dik gekleed. Veel tijd om al die lagen af te pellen hebben we niet. We denderen verder naar beneden. Nog steeds zien we mensen op de klimroute omhoog gaan. Het laatste stuk naar Barafu Camp is weer gewoon lopen.

We zijn om 9.00 uur weer terug in het kamp. Mieke ligt in de tent uit te rusten. Als ze naar buiten komt, omhelzen we elkaar en weer vloeien de tranen. Vreugde en verdriet. Ze vertelt dat het echt niet verder ging. Ze voelde zich de vorige dag al niet fit en wanneer ze na de rustpauze opstond draaide alles. Ze heeft toen de (verstandige!) keuze gemaakt om terug te gaan.

Met dank aan deze voetjes,

die me op de top hebben gebracht

We gaan ook in onze tenten liggen om bij te komen. We krijgen best wel honger, maar er is op dat moment geen eten. De kok komt mijn mes lenen, want zijn exemplaar is kwijt geraakt.


 

Het pad, na Barafu Camp, richting Mweka Camp

Het pad, na Barafu Camp, vlak voor High Camp

Tegen 12.00 uur is er lunch en daarna gaan we om 12.28 uur afdalen naar Mweka Camp. Nadat we het stenige Barafu Camp hebben verlaten, lopen we over een richel met zandachtige bodem. We lopen een heel eind over een richel, waar een koude wind waait. Ondanks de felle zon is het fris! Langzamerhand komt de vegetatie weer terug. Eerst polletjes met struiken en die worden langzamerhand hoger.

We stoppen even op High Camp, maar dat is geen goed idee (hoewel er drinken te koop is, wat we overigens niet nodig hebben). Door de wind staat er een heuse stofstorm. De gids en de Victor hebben een beter plekje dan de slome toeristen. Na zeven minuten hebben we het wel bekeken, hoewel met zoveel stof in je ogen gaat dat moeilijk.


 

Na High Camp even stoppen

Het pad na High Camp

We gaan weer verder naar beneden. Het pad is nu goed onderhouden. Aan weerszijden een boomstammetje en af en toe een trap om de erosie tegen te gaan. Het lijkt wel of we door de duinen lopen (qua vegetatie).

Mweka Camp

Dan komen we in Mweka Camp aan. Het lijkt wel een echte camping met kleine veldjes en een heus toiletgebouw (met een verstopt zittoilet) en stromend koud water. Maar toch … even lekker opfrissen. De tenten stonden al voor ons klaar. En de kok is alweer bezig. Godfrey vraag of we vis lusten. Ja, daar heeft men wel zin in.

We eten weer in de messtent. Nu ben ik al geen visliefhebber, maar na enkele happen van deze variant besluit mijn maag dat het genoeg is: de rest van de vis gaat naar Geert.

Na het eten bespreekt Godfrey de details voor morgen. Het wordt een korte wandeldag.

Wij vertellen hem dat we morgen één envelop met geld aan hem geven, dat hij maar onder de dragers moet verdelen. Zo kan hij mensen die wat extra’s (al dan niet door ons opgemerkt) deden ook wat meer geven. Hijzelf krijgt morgen van ons een aparte envelop. Dat vindt hij OK.

De fooien voor de dragers maken

Dan begint de grote rekenpartij, want we hebben niet genoeg dollars om alle fooien in dollars uit te betalen. Het wordt een heel heen en weer geschuif (“Als jij nou $ 100 geeft, dan krijg je 40.000 Tanzaniaanse Shillings terug en dan …”). We hebben er lol om. Uiteindelijk liggen er een aantal stapels bankbiljetten op de tafel en die gaan in de envelop.

Dan gaan we naar bed. Na een hele lange dag: bijna 12 uur in touw, 16 km afgelegd, 1241 meter gestegen en 2813 m gedaald. Maar ik heb er een prima gevoel over, want de top is gehaald!


 

mogelijk gemaakt door

Afroriginal Tours & Safaris Ltd.

 

 

 

 

opgeslagen: 11-5-2011 0:00