Tijdens de trekking heb ik de hoogte bijgehouden.
Dat deed ik met een Suunto Vector.
Deze nam elke 10 minuten de hoogte op. De meting liep door tijdens rustpauzes en lunchbreaks.
Probleem was, dat het kaartmateriaal geen eenduidige hoogte voor één plaats opleverde. Soms waren er drie kaarten, waarop drie verschillende hoogtes voor een plaats vermeld waren.
Ik heb elke morgen aan het begin van de etappe aan de gids gevraagd wat de hoogte van het vertrekpunt was. Daarop heb ik de hoogtemeter ingesteld. De hoogtemeter gaf aan het eind van de dagtocht vaak een andere waarde aan dan de gids vermeldde. De daggrafiek heb ik gecorrigeerd voor dit hoogteverschil.