Vandaag gaan we naar het eindpunt van dit dal (de Langtang-vallei). Het is niet zo'n grote tocht. Het is maar 360 m stijgen. We starten in de schaduw, maar al snel gaat het fleece jack uit. De hoogte wordt nu toch wat merkbaar: je bent veel sneller buiten adem.
Al om 10.10 uur zijn we er: een klein dorpje met flink wat stenen huizen en een fenomenaal uitzicht op een hele serie witbesneeuwde toppen. De zon brandt fel, dus goed smeren en de mouwen en broekspijpen naar beneden.
Na de lunch (tomaten noodle soup) gaan we met een ploegje naar het eindpunt van een gletscher. Tijdens deze wandeling passeren we de 4000 meter grens! Als we een goed uitzicht op de gletscher hebben, slaat het weer plotseling om: wolken drijven binnen, een gure wind steekt op, het wordt kouder en ... het begint een beetje te sneeuwen! Hooggebergte dus! Het uitzicht is niet geweldig, dus gaan we na een kwartiertje terug. Op de terugweg bezoeken we nog een kaasmakerij, die vlak boven het dorp ligt. We proeven kaas en gaan naar onze lodge. De zon schijnt weer, maar even later is hij weer verdwenen. We gaan in de dining room zitten, waar de kachel aangestoken wordt. Buiten begint het flink te onweren en te regenen. De regen gaat over in sneeuw.